VEILIG BABYDRAGEN
Vakkundig advies van een draagdoekconsulent
Een draagdoek knopen is niet moeilijk, maar het is wel belangrijk om het goed te leren. Het gaat immers om de veiligheid van uw baby. Bam&Boe adviseert om vakkundig advies in te winnen bij een draagdoekconsulent. Vind hier een overzicht van draagconsulenten.
Meer informatie vindt u op de website van de Vereniging van draagdoekconsulenten: www.draagdoekconsulenten.nl
De ideale positie
Het correct dragen van een baby in een draagdoek draagt bij aan een een goede ontwikkeling van uw baby inclusief de heupen. Op het moment dat een baby wordt geboren is hij/zij nog niet volledig ontwikkeld. Dat geldt ook voor het heupgewricht. Dat bestaat volledig uit kraakbeen wat uitrijpt tot bot in ongeveer twee jaar tijd. Het heupgewricht is een kogelgewricht. Dat is een gewricht dat bestaat uit een kom van bot, waarin het andere bot, dat kogelvormig is, vrij kan ronddraaien. Kogelgewrichten kunnen krachten opnemen in alle richtingen. Om de kom in de goede vorm te laten rijpen tot bot is dus een juiste druk vanuit de juiste richting nodig.
De ideale positie voor de heupkom om te ontwikkelen en uit te harden is de spreid-hurkhouding. De beentjes omhoog in een hoek van 90 tot 120 graden (oprichting) en de beentjes gespreid in een hoek van ongeveer 90 graden tussen de knietjes. Sommige mensen noemen dit de kikkerhouding. In deze positie bevindt de heupkop zich gecentreerd in de heupkom wat een gelijkmatige groei bevordert. Als je naar baby’s kijkt zie je dat zij automatisch deze houding al aannemen, alsof ze weten wat goed voor hen is.
Ook het bolle ruggetje heeft met deze houding te maken. De wervelkolom en het bekken zijn met elkaar verbonden via het heiligbeen. Bewegingen van de wervelkolom hebben direct invloed op het bekken en andersom. Als een baby zijn rug rond maakt, kantelt het bekken licht naar voren, waardoor de beentjes in de spreid-hurkhouding komen, wat een gezonde ontwikkeling mogelijk maakt. Als de rug recht gehouden wordt, of zelfs hol, kantelt het bekken naar achteren, en hangen de beentjes naar beneden waarmee de heupkop niet meer gecentreerd in de heupkom staat. Dit kan een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het heupgewricht. Juist om die goede ontwikkeling mogelijk te maken moet een baby zo vaak mogelijk in de spreid-hurkhouding gehouden worden.
Dat baby’s deze houding automatisch aannemen heeft de natuur zo bedoeld en zou zo vaak mogelijk gebruikt moeten worden. Met het dragen in een draagdoek zit een kindje juist in deze spreid-hurkhouding.
Belangrijke informatie bij het gebruik van een draagdoek
- Neem de tijd als je de eerste keer gaat oefenen. Kies een moment dat de baby rustig en tevreden is (bijvoorbeeld na het eten of na een slaapje). Het kan fijn zijn om de eerste paar keer samen met jouw partner of een vriend(in) te oefenen. Een spiegel kan ook handig zijn, zodat je de banden op je rug kan zien.
- Vermijd dat de banden van de doek draaien bij het omdoen. Dit vergroot het draagcomfort van de draagdoek.
- Kleed de baby niet te warm aan! Behalve jouw lichaamswarmte, krijgt jouw baby ook nog één tot drie lagen textiel om zich heen. Let altijd goed op de signalen die de baby afgeeft: een rood hoofd, huilen, zweten of een warm nekje betekent te warm.
- Draag je de baby op de buik, zorg dan dat je altijd het voorhoofdje van jouw baby kan kussen in de draagboek. Kan dat niet, dan hangt de baby te laag.
- Wanneer je jouw baby rechtop draagt in de draagdoek, heeft hij vaak de voorkeur voor een kant om zijn hoofdje te leggen. Let er op dat je altijd het gezichtje van de baby naar jouw gezicht toe houd. Wissel de ‘voorkeurskant’ van jouw baby ook af, dat is goed voor de ontwikkeling en voorkomt een voorkeurshouding.
- Buig je naar beneden, zorg dat je jouw baby ondersteunt. Als je jouw kindje moet ondersteunen met uw handen als u rechtop staat, dan zit de doek niet goed.
- Houd te allen tijde zicht op je kindje! Bedek het niet volledig met de draagdoek. Draag je kindje altijd rechtop en niet in de wiegehouding (liggend). De Vereniging van Draagdoekconsulenten raadt dit expliciet af vanwege verstikkingsgevaar. Daarnaast is het voor de heupjes absoluut geen ideale houding.
- Als de baby nog niet voldoende stevigheid in de nek heeft, bied dan extra steun in de nek. Dit kan door de ‘buikband’ (na het knopen zijn er twee schouderbanden en een buikband) zo hoog mogelijk over de rug, tot hoog in de nek, op te trekken. Deze zal dan de nek ondersteunen. Voor hele kleine baby’s is het ook mogelijk het hoofdje extra te ondersteunen door in de bovenzijde van de doek een rolletje maken van bijvoorbeeld een spuugdoekje.
- Je bent zelf verantwoordelijk voor het goed knopen van de draagdoek. Gebruik altijd een dubbele knoop.
- Baby’s vinden het heerlijk om in een draagdoek tegen jouw lichaam aan te ‘hangen’ en mee te bewegen als je loopt. Daar worden baby’s rustig van, net als toen ze nog niet geboren waren.
- Voorkom gevaarlijke situaties! Wij raden sterk af om te gaan sporten, koken of fietsen met de baby in een draagdoek. De draagdoek is uiteraard ook niet geschikt voor gebruik in een auto. Wij raden ook af om te (borst)voeden in een draagdoek, omdat er onvoldoende visueel contact is.